Vreugdevuren, ontheffing stookverbod

Beschrijving

Traditioneel worden tijdens Pasen en Oud en Nieuw op diverse plaatsen in de gemeente vreugdevuren aangelegd. Voor het ontsteken van een vreugdevuur kunt u een speciale ontheffing van het stookverbod aanvragen.

Aan de ontheffing is een aantal voorschriften verbonden. Voorschriften worden opgesteld in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid, bescherming van het milieu en bescherming van de flora en de fauna.

Aanvragen

Online aanvragen

Lukt het online aanvragen niet? Vraag het formulier dan aan via info@gemeente-oldambt.nl

Voorwaarden

Voorwaarden

  • Alleen maatschappelijke organisaties kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing.
  • Voor het aanvragen van een ontheffing voor het houden van een vreugdevuur moet uiterlijk 8 weken voor het ontbranden van het vreugdevuur een volledig ingevuld aanvraagformulier toegezonden worden aan het college.
  • De aanvraag dient vergezeld te gaan van een schriftelijke toestemming van de eigenaar van de grond waarop het vreugdevuur wordt aangelegd.
  • De aanvraag moet tevens een situatietekening op schaal (minimaal 1:1000) bevatten met de locatie van het vreugdevuur inclusief de afstanden tot de kwetsbare omgeving (gebouwen, rieten daken, natuurterrein, opslag van hooi/stro). Op de tekening moet tevens de aanwezige hoogspanningsleidingen, ondergrondse buisleidingen en kabels en open (blus)water zijn aangegeven.
  • De aanvrager dient op de hoogte te zijn van de voorwaarden en voorschriften behorende bij de ontheffing.
  • De aanvrager van de ontheffing moet meerderjarig zijn.
  • De ontheffing moet te allen tijde getoond kunnen worden aan toezichthoudende ambtenaren.

Brandveiligheidsvoorschriften vreugdevuren

Omvang en locatie van het vreugdevuur

  • De maximale omvang van een vreugdevuur is 1000 m3. Dit komt overeen met een stapel met een hoogte van 8 m bij een grondvlak van 11 x 11 of een hoogte van 4 m bij een grondvlak van 16 x 16 m.
  • Aanvragen voor een vreugdevuur met een grotere omvang dan 1000 m3 worden met enige terughoudendheid behandeld.
  • De afstand tussen de brandstapel en een verharde weg of pad moet bij voorkeur maximaal 40 m bedragen om bereikbaarheid met een tankautospuit mogelijk te maken.

Veiligheidsafstanden

  • Bij het oprichten en verbranden van het vreugdevuur moeten de volgende minimale veiligheidsafstanden in acht worden genomen:
Afstand tot / omvang50-100 m3100-250 m3250-500 m3500-750 m3750-1000 m3
Gebouwen/objecten25 m30 m35 m45 m50 m
Publiek25 m30 m35 m45 m50 m

Afstand tot:

  • Rieten daken / terrein met riet, heide, hooi etc. / opslag met hooi: 200 m 
  • Openbare weg: 25 m
  • Auto(snel)wegen: 500 m
  • Bovengrondse hoogspanningskabels: 40 m
  • Meldingsplicht netbeheerder als de afstand tot een hoogspanningskabel kleiner is dan: 500 m
  • Ondergrondse buisleidingen: 25 m

Voor overige situaties en vreugdevuren met een grotere omvang dan 1000 m3 dient de veiligheidsafstand bepaald te worden door de lokale brandweer, in overleg met de afdeling Risicobeheersing van de Regionale Brandweer Groningen.

Afsteken van het vreugdevuur

  • De brandstapel moet stabiel en aaneengesloten zijn opgebouwd.
  • Een vreugdevuur mag niet worden aangestoken indien de windkracht 6 of meer is.
  • Bij extreme droogte (de regionale brandweer kan hiervoor een indicatie geven gebaseerd op klimatologische gegevens) mag een vreugdevuur niet worden aangestoken.
  • Een vreugdevuur mag niet worden aangestoken indien de (verwachte) windrichting pal op woonbebouwing is gericht.
  • Een vreugdevuur mag niet worden aangestoken of de ontbranding dient te worden beëindigd indien de windrichting zodanig is dat derden of het verkeer op de openbare weg door rookontwikkeling of vliegvuur wordt gehinderd.
  • Indien tijdens het branden van het vreugdevuur ernstig gevaar of hinder ontstaat, kan door of namens burgemeester en wethouders besloten worden het vuur voortijdig te beëindigen en af te blussen.

Voorschriften ontbranden van vreugdevuren

1 Opbouw

  • Het te organiseren vreugdevuur moet een openbaar karakter hebben.
  • De brandstapel mag uitsluitend bestaan uit snoeihout (conform de witte lijst van www.infomil.nlexterne-link-icoon) of schoon pallethout in geval van de verbranding van kindervakantiedorp.
  • Tijdens de opbouw van de brandstapel moet de houder van de ontheffing of de in de aanvraag vermelde toezichthouder aanwezig zijn.

2 Aansteken van het vreugdevuur

  • Het aansteken van het vreugdevuur mag uitsluitend gedaan worden met behulp van een gasbrander of door middel van stro in de stapel. De gasfles moet na het aansteken van de brandstapel verplaatst worden tot een afstand minimaal gelijk aan de afstand tot publiek en gebouwen.
  • Het aansteken van het vreugdevuur mag niet versneld worden door gebruik te maken van vloeibare brandstoffen als benzine, diesel, afgewerkte olie1.
  • Tijdens het vreugdevuur dient voldoende EHBO materiaal aanwezig te zijn.
  • Tijdens het vreugdevuur 100 m³ minimaal 2 handbrandblussers met een inhoud van minimaal 6 kg blusstof.
  • Tijdens het branden van het vreugdevuur moeten minimaal twee meerderjarigen aanwezig zijn, waaronder de houder van de ontheffing of de toezichthouder.

3 Afbraak en opruimen

  • De houder van de ontheffing of de toezichthouder moet aanwezig blijven tot het vuur volledig is gedoofd.
  • Bij het verlaten van de stookplaats moet het vuur zijn geblust, zodat geen gevaar bestaat voor doorsmeulen of wederom opvlammen van brandbare stoffen.
  • De houder van de ontheffing moet de (as)resten uiterlijk binnen een week na de verbranding op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze hebben afgevoerd. Voldoet de houder niet aan deze verplichting dan zullen de resten door de gemeente worden opgeruimd op kosten van de houder van de ontheffing.
  • De stookplaats moet door de houder van de ontheffing weer volledig in oorspronkelijke staat worden teruggebracht.

4 Aansprakelijkheid

  • De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid.
  • De houder van de ontheffing is wettelijk aansprakelijk voor alle schade toegebracht aan eigendommen van derden dat ontstaat door een direct gevolg van het opbouwen of branden van het vreugdevuur en wordt niet ontheven
  • De ontheffinghouder wordt dringend geadviseerd een dekkende Waverzekering af te sluiten.
  • Aanwijzingen die door het college van burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen personen worden gegeven dienen strikt te worden opgevolgd.
  • Indien niet aan de gestelde voorwaarden, voorschriften of aanwijzingen wordt voldaan kan door het college van burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen personen te allen tijde het vreugdevuur worden verboden of beëindigd. De kosten voor het opruimen zijn ook dan voor de houder van de ontheffing.
  • Wanneer alsnog schade voor het milieu en/of gevaar of hinder voor derden te vrezen is, kan door het college van burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen personen te allen tijde het vreugdevuur worden verboden of beëindigd. De kosten voor het opruimen zijn ook dan voor de houder van de ontheffing.