build-reside iconAfwijken van het bestemmingsplan

Beschrijving

In een bestemmingsplan worden bestemmingen van gronden aangewezen voor een bepaald gebied binnen de gemeentegrenzen. Het bestemmingsplan bevat bebouwings- en gebruiksregels.

Een bedrijf of burger kan een (bouw)plan hebben dat niet in het bestemmingsplan past. Een vergunning zou dan normaal moeten worden geweigerd.

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bevat echter verschillende bepalingen, die het een gemeente mogelijk maken, indien dat wenselijk wordt geacht, om mee te werken aan nieuwe initiatieven, die niet passen binnen het bestemmingsplan.

Het kan hierbij gaan om zowel afwijkingen van de bebouwingsregels (oppervlakte, goot- en nokhoogte, locatie) als ook van de gebruiksregels. 

De gemeente heeft daarbij de bevoegdheid tot het nemen van de volgende besluiten 'handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening':

  • het verlenen van een omgevingsvergunning met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid;
  • het verlenen van een omgevingsvergunning met een buitenplanse afwijkingsmogelijkheid (kruimelgevallen);
  • het verlenen van een omgevingsvergunning met een tijdelijke afwijkingsmogelijkheid.

Voor de grotere afwijkingen van het bestemmingsplan kan door een omgevingsvergunning te verlenen met een buitenplanse afwijking (projectbesluit) of door een wijziging of herziening van het bestemmingsplan

Binnenplanse afwijking (artikel 2.12, lid 1 onder a onder 1° Wabo)

Als vastgesteld wordt dat een bouwplan niet past in het geldende bestemmingsplan, zal eerst worden gekeken of het bestemmingsplan zelf regels bevat, waarmee de strijdigheid met het bestemmingsplan kan worden opgeheven. Een in bestemmingsplannen veel voorkomende ontheffingsregel is die waarbij het mogelijk wordt om van een in het plan opgenomen maximale bouwhoogte voor bouwwerken met maximaal 10 procent af te wijken.

Buitenplanse afwijking 'kruimelgevallen' (artikel 2.12, lid 1 onder a onder 2° Wabo)

Als er geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is kunnen burgemeester en wethouders omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan in bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te geven gevallen. De gevallen waarop artikel 2.12, lid 1 onder a onder 2° Wabo betrekking heeft, staan genoemd in artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Deze buitenplanse afwijking heeft met name betrekking op een aantal standaard bouwwerken of gebruiksdoeleinden: de zogenaamde kruimelgevallen.

Buitenplanse ontheffing 'projectbesluit' (artikel 2.12, lid 1 onder a onder 3° Wabo)

Als de afwijking niet valt onder de in bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te geven gevallen, is er nog de mogelijkheid van een projectbesluit. Hiervoor dient de aanvrager een goede ruimtelijke onderbouwing op te (laten) stellen.

In een aantal gevallen zal er hiervoor een verklaring van geen bedenkingen afgegeven moeten worden door de gemeenteraad en soms door Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen.

Bij een wijziging of herziening van een bestemmingsplan op verzoek van een aanvrager, komen de kosten hiervoor voor rekening van de aanvrager.

Let op!
In al deze gevallen kan een 'ontheffing' worden verleend, maar dit moet niet. De gemeente beoordeelt of toepassing van een van de ontheffingsmogelijkheden mogelijk en wenselijk is.

Bijzonderheden

Een aanvraag omgevingsvergunning 'Bouwen', waarbij het bouwwerk of gebruik in strijd is met het bestemmingsplan maar waar wel voldaan wordt aan de voorwaarden voor een ontheffing, wordt automatisch aangemerkt als een verzoek om een vergunning 'Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening' (een verzoek om ontheffing).

Indien u voor de activiteit Bouwen geen vergunning hoeft aan te vragen (vergunningvrij bouwen of niet van toepassing), maar er wel sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan dan dient er enkel voor de afwijking (ontheffing) een omgevingsvergunning te worden aangevraagd

Stappen en doorlooptijd

Omgevingsvergunning, Reguliere procedure

Bij een vergunning met een binnenplanse ontheffing of met een buitenplanse ontheffing (kruimelgevallen) wordt de reguliere procedure doorlopen.

Deze procedure duurt bij een volledige aanvraag maximaal acht weken (met nog een mogelijkheid tot verlenging met een extra zes weken).

Omgevingsvergunning, Uitgebreide procedure

Bij een vergunning met een buitenplanse ontheffing (projectbesluit) of tijdelijke ontheffing wordt de uitgebreide procedure doorlopen.

Deze procedure duurt ca. zes maanden. In deze periode zit onder andere een termijn van zes weken waarin de vergunning als ontwerp ter visie wordt gelegd.

Aanvragen

Het afwijken van een bestemmingsplan (ontheffing) kan aangevraagd worden middels een aanvraag om omgevingsvergunning 'Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening'.

Een aanvraag omgevingsvergunning 'Bouwen', waarbij het bouwwerk of gebruik in strijd is met het bestemmingsplan maar waar wel voldaan wordt aan de voorwaarden voor een ontheffing, wordt automatisch aangemerkt als een verzoek om een vergunning 'Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening' (een verzoek om ontheffing). 

Vooroverleg & principe-verzoek:

Als uw plan niet past binnen het bestemmingsplan maar mogelijk kan worden toegestaan met een binnenplanse ontheffing of de 'kruimelgevallen', kunt u alvorens een aanvraag in te dienen, besluiten vooroverleg met de gemeente te voeren.

De gemeente doet dan een principe-uitspraak die duidelijkheid geeft of een aanvraag kans van slagen heeft.

Als uw plan niet past binnen het bestemmingsplan en alleen kan worden toegestaan met een wijziging bestemmingplan of een 'projectbesluit', kunt u alvorens een aanvraag in te dienen, besluiten een principe-verzoek neer te leggen bij het college. Het college doet dan een principe-uitspraak die duidelijkheid geeft of een aanvraag kans van slagen heeft. Het college maakt daarbij een inschatting, maar kan daarbij niet spreken voor de gemeenteraad of Gedeputeerde Staten (GS). Een principe-verzoek dient te worden gedaan via een schriftelijk verzoek, voorzien van een gedegen argumentatie, gericht aan het college van burgemeester en wethouders.

Een wijziging van een bestemmingsplan (bij de eerstvolgende herziening) kan aangevraagd worden via een schriftelijk verzoek, voorzien van een gedegen argumentatie, gericht aan het college van burgemeester en wethouders. Een dergelijk verzoek wordt door het college voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt uiteindelijk een nieuw bestemmingsplan vast.

Aanvragen

Op het OLO (Omgevingsloket Online) kunt u een melding doen of een omgevingsvergunning aanvragen:

www.omgevingsloket.nl

Vergunningencheck

Hiermee kunt u kijken of in uw geval een vergunning nodig is.

Online aanvragen

Als u uw aanvraag/melding volledig digitaal wenst in te dienen heeft u hierbij uw DigiD nodig. De gemeente krijgt uw aanvraag/melding binnen en neemt haar in behandeling.

Heeft u geen DigiD?

Op het omgevingsloket heeft u ook de mogelijkheid een papieren aanvraag-/meldings formulier samen te stellen. Hierbij is geen DigiD vereist. Dit aanvraag-/meldings formulier kunt u printen en vervolgens 'met de hand' invullen en dan:

  • afgeven bij de balie op het gemeentehuis, Johan Modastraat 6, Winschoten;
  • opsturen naar: Gemeente Oldambt, Postbus 175, 9670 AD Winschoten;
  • scannen en mailen naar: info@gemeente-oldambt.nl

Bedrijven

Bedrijven kunnen op het OLO inloggen met eHerkenning

Kosten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag (omgevings)vergunning bent u leges verschuldigd.

De hoogte van de leges kunt u terug vinden in de legesverordening van de gemeente Oldambt.

De legeskosten worden bepaald aan de hand van de verordening geldig op het moment van het indienen van de aanvraag.

Voor een link naar de verordeningen verwijzen wij u naar de pagina Verordeningen & beleid. <

Gebruik in de zoekdienst van www.overheid.nl de term ‘leges’ (bij “In de titel”).